BIGTRUCK REPORTAGE
ZUIVELLOOG EN STUUROLOOG
Ontspannen stuurt Rick van Vuuren (42) de combinatie van De Groot Tanktransporten over smalle polderweggetjes. Links een sloot, rechts een rij met bomen. Een bestelauto duikt een uitwijkplaats in, maar veel ruimte is er niet. Rick mindert nauwelijks vaart en rijdt er soepel omheen.
Het begon allemaal met de beide opa’s van Rick. Zij hadden allebei een transportbedrijf dat melkbussen ophaalde bij boeren. Toen de ene opa het transportbedrijf van de andere opa overnam, leerden de vader en moeder van Rick elkaar kennen. “Heel mijn familie zit op de auto”, lacht Rick. “Ik weet niet beter. Ik heb het vak echt vanaf de bijrijdersstoel geleerd.”
Dat Rick dus chauffeur werd, verbaasde niemand. Al voor zijn 19e verjaardag had hij alle rijbewijzen op zak. Hij begint in de containers, maar in de loop van de jaren heeft Rick bouwmaterialen vervoerd, distributie gereden en in de recycling gewerkt. Sinds negen jaar werkt hij bij De Groot Tanktransporten uit Leerbroek. Daar vervoert hij melk, net zoals zijn opa’s. Rick zegt: “Ik denk dat mijn opa’s daar wel erg trots op waren geweest.”
RUSTIG AAN
Vanochtend zijn we om zes uur vertrokken uit Leerbroek. Iets later dan normaal, want anders is de boer bij het eerste adres nog niet klaar met melken. Rick houdt er niet van om te vroeg te zijn. “Dan sta je alleen maar te wachten en die boer vindt het ook niet prettig om te moeten haasten”, legt hij uit. “Daarom doe ik het graag rustig aan.” Een logisch verhaal, al blijkt gedurende de dag dat Rick een apart idee heeft van rustig aan doen.
Rick zijn combinatie is een knalrode DAF XG met grijze accenten. Met op het dak een rijtje verstralers en twee luchthoorns en een fraai interieur is dit niet direct het type vrachtauto dat je verwacht in het melktransport. Rick schiet in de lach. “Ik begrijp wat je bedoelt, ja”, zegt hij. “De wielbasis is wat langer. Dat is een uitdaging bij dit werk. Maar deze DAF is gekozen vanwege de uitstraling. Bij De Groot vinden ze een verzorgd wagenpark heel belangrijk.”
Zijn DAF deelt Rick met zijn collega Jaap. Eigenlijk staat deze vrachtwagen nauwelijks stil. De XG rijdt sinds april dit jaar maar hij heeft al 87.000 kilometer op de teller. Normaal rijden de vrachtwagens van De Groot zo’n 2 ton per jaar. Rick werkt zes dagen en vier nachten per twee weken. “Ik vind in de nacht werken ook lekker”, vertelt hij. “Onderweg heb ik sowieso weinig met mensen te maken. Die zelfstandigheid, dat vind ik het meest aantrekkelijk aan dit werk.”
GESTANDAARDISEERD
Het eerste adres ligt in Herveld, waar Rick die zelfstandigheid laat zien. Slang aankoppelen, administratie invullen, monster nemen, even wachten tot de melk overgepompt is, slang afkoppelen en weer weg. Het hele proces gaat razendsnel: in een kwartier zijn we weer weg. De pomp in de oplegger kan 1500 liter melk per minuut verwerken. Op de boerderij zien we verder niemand. Zo gaat het meestal, vertelt Rick. “We hebben zo’n 200 adressen in ons bestand. Daar komen we maximaal elke drie dagen. Elke rit is een combinatie van deze adressen.”
Via de A50 dalen we af naar Heeswijk-Dinther. Hier stuurt Rick de combinatie dwars door het dorp. “Dat is vaak de enige manier om een boerderij te bereiken”, legt hij uit. Na tien minuten zit ook hier alle melk in de oplegger. “Het fijne aan dit werk is dat er weinig druk achter staat”, vertelt Rick als we weer wegrijden. “Alle handelingen zijn beschreven, de tanks zijn gestandaardiseerd. De meeste boeren hebben moderne installaties staan. Ze moeten wel, als ze bij willen blijven.”
BETER
Ook modern is de bijzondere RMO-oplegger van MCT. Net zoals de DAF is ook deze nieuw. De oplegger heeft geen chassis: de tank is zelfdragend. Heel handig is dat het laden gebeurt vanaf de voorkant: zo is er altijd druk op de trekas. De voorste en de achterste as zijn gestuurd, waarbij de eerste twee assen opgetrokken kunnen worden. Het resultaat is een korte en wendbare oplegger, waarbij het zwaartepunt laag ligt.
Na het laden bij het derde adres zit de tank bijna vol. Er past maximaal 36.500 liter melk in. Uiteraard merkt Rick dat in het weggedrag. “Met deze lading moet je veel vloeiender rijden. Vooral als de tank voor tweederde vol is, moet je erg opleggen met bochten, maar ook met remmen.” Rick is erg te spreken over de trekkracht van de XG, die met 480 pk een stuk minder vermogen heeft dan zijn vorige DAF. “Deze auto is beter in trekken en in verbruik”, zo stelt hij vast.
BAARD
De melk mag gelost worden bij een fabriek in Boxmeer. Daar maken ze er onder andere houdbare melk en toetjes van. We moeten even wachten tot we aan de beurt zijn. Ondertussen arriveert ook collega Tim. Hij rijdt voornamelijk intra bij De Groot. Dat betekent dat hij geen melk bij boeren ophaalt, maar tussen melkfabrieken rijdt. Voor Rick hoeft dat niet: hij komt graag bij de boeren. Omdat De Groot onlangs wat adressen van een andere melkrijder heeft overgenomen, is het werkgebied wel wat groter geworden. Langere ritten zijn het gevolg, maar toch overnacht Rick nooit in de ruime DAF. “Slapen doen we gewoon thuis”, lacht Rick.
Na ruim een uurtje is de oplegger weer leeg. Wederom hebben we drie adressen om te laden. Het eerste ligt op een half uur rijden. Het is een groot bedrijf, waar we 20.000 liter melk in één keer halen. Terwijl we in het zonnetje wachten, gaat het gesprek richting de imposante baard van Rick. “Die is ondertussen onderdeel van mijn identiteit. Andere chauffeurs herkennen me aan mijn baard. Op Instagram heet ik ook @rick_met_de_baard. Mijn vrouw kent me niet anders,” lacht Rick. “En dat allemaal omdat de kapper acht jaar geleden een keer vergeten is me te scheren.”
ALTIJD AAN HET WERK
Het tweede laadadres ligt in Wijk en Aalburg en is een boerderij uit het boekje. Er lopen paarden en buiten de stal staan kleine kalfjes. Ze kijken verschrikt naar die grote rode DAF die het erf op draait. Buiten de dieren zien we niemand. Routinematig doet Rick weer zijn werk: slang aansluiten, monsters nemen, administratie invullen. Het gaat allemaal ontzettend snel en gesmeerd. Rick is dan ook trainer bij De Groot: hij mag regelmatig nieuwe chauffeurs wegwijs maken in het melktransport.
“Je doet dit werk of heel lang, of heel kort”, vertelt Rick. “Je bent altijd aan het werk. Het gaat altijd 24/7 door. Daar moet je tegen kunnen.” Rick vindt het werk heerlijk. Door een snelle manier van werken duurt laden nooit langer dan zou moeten, waardoor het werk hem geen stress oplevert. “Als je twintig adressen per dag moet doen, dan leer je vanzelf heel snel werken”, legt Rick uit. “Dat komt nog weleens voor. Vandaag is een relaxte dag. Maar het gaat er moeilijk weer uit als je jezelf deze manier van werken hebt aangeleerd.”
OPEN BRUGGEN
Het laatste laadadres ligt even verderop. De waakhonden in hun hokken blaffen vervaarlijk, maar de mensen op het erf groeten vriendelijk. Een andere hond gooit regelmatig een bal voor onze voeten, hopend dat we hem weggooien. Tot zijn grote verdriet behoudt Rick ook hier zijn hoge werktempo, waardoor we na een minuut of tien alweer vertrekken. Het is ondertussen kwart voor drie en we zetten koers naar Gorinchem. Hier is de melkfabriek van Vreugdenhil gevestigd, de voornaamste opdrachtgever van De Groot.
Vanwege een wegafsluiting moeten we omrijden in Gorinchem, waardoor we twee keer stilstaan voor een open brug. Gelukkig is het niet erg druk bij de melkfabriek, waardoor we snel aan de beurt zijn. Rick sluit een wirwar van slangen aan. Het is duidelijk dat je precies moet weten wat je doet. Al snel stroomt de melk de oplegger uit. Aansluitend wordt de tank op dezelfde plaats gereinigd. Ook dit gebeurt volgens een vaste procedure, waarbij de computer van de oplegger zelf in de gaten houdt of alle stappen zijn voltooid.
Leeg gaan we op weg naar de thuisbasis van De Groot in Leerbroek. Om daar te komen, moet Rick door het dorp en over smalle landweggetjes. Fietsers en auto’s duiken aan de kant bij het zien van het rode gevaarte, maar veel ruimte is er niet. Rick vertrekt geen spier. “Het scheelt dat de oplegger er zo kort achteraan loopt”, verklaart hij nuchter. “Zulke weggetjes met de vrachtwagen, ik weet niet beter. Dat was vroeger met mijn opa ook al zo.”
Maarten van der Westen