BIGTRUCK REPORTAGE
HUMANITAIR TRANSPORT NAAR ODESSA
DE OORLOG IS NOOIT VER WEG
Iedere week brengen De Friese Rijders minstens één vrachtwagen vol hulpgoederen naar Oekraïne. Verzorgd door vrijwilligers die hun zorgen voor de medemens omzetten in daden. Vrede en veiligheid kunnen ze niet brengen, levensmiddelen en gebruiksgoederen wel. Bericht van twee Friezen op missie naar Odessa.
Douwe Jan de Boer bevestigt op zaterdag rond de middag met tiewraps de vlag voor op de cabine van de MAN TGX van De Boer Transport uit Tijnje. In één oogopslag is nu duidelijk dat dit een humanitair transport is. De trailer zit afgeladen vol, bijna 20 ton hulpgoederen. De bestemming Odessa ligt 2.500 kilometer verderop.
Bij Nieuweschans stuiten we op de door de Duitsers opnieuw ingevoerde grenscontrole. Aan de overkant rijdt alles door, van vliegende Faber Brigades geen spoor. Een paar uur later passeren we wat ooit de oost-westgrens was. De controleposten en wachttorens van weleer staan werkloos als monument in het landschap. Deze ooit amper te nemen grens schoof jaren geleden op naar het oosten. Maar hoe lang nog? Op de avond voor vertrek clashen Trump en Zelensky, later zet Trump alle Amerikaanse hulp stop.

GURE KOUDE WIND
Aan het begin van de zaterdagavond slechten we de Duits-Poolse grens. In de buurt van Wroclaw gelooft Douwe Jan het om half twee ’s nachts wel. Op zondag wacht ons bijna 500 kilometer naar de Oekraïense grens. De Poolse wegen zijn goed, het zondagse verkeer op de A4 langs Katowice, Krakow en Rzeszów valt mee. De voorzieningen onderweg zijn goed: schoon, netjes en gratis. Beter dan op veel plaatsen in het westen. We naderen de volgende grens, met aan de andere zijde een land in oorlog. Op de laatste parkeerplaats voor de grens is het rustig, de animo richting Oekraïne is niet groot. Er waait een gure koude wind, letterlijk en figuurlijk. We melden ons digitaal aan. Een groot bord geeft rode en groene kentekens. Het duurt niet lang voordat onze 05-BXZ-4 op groen springt, we mogen oprijden.
OUDERWETSE STEMPELS
Op het grensterrein volgen urenlange bureaucratische procedures met pakken papier. De digitale ontwikkelingen zijn blijkbaar aan de douane-wereld voorbij gegaan. Het zetten van ouderwetse stempels klinkt ook nog steeds lekker, zeker na urenlang wachten. Omdat we een humanitair transport zijn, willen andere chauffeurs graag helpen. We willen geen voorkeursbehandeling. Aan Poolse zijde is er veel chagrijn. Beambten zitten warm, chauffeurs wachten buiten in de kou. Wie iets te vroeg binnenstapt wordt terug geblaft. Een iets meer menselijke behandeling kost niets extra’s. Dat moeten we vooral denken, praten zorgt bij beambten al snel voor extra chagrijn.
Opeens blijkt de weegbrug 1.500 kilo meer aan te geven dan de vrachtpapieren verantwoorden. De Oekraïense douanier wil een verklaring, sluit zijn luikje en trekt zijn jas aan. We broeden op een plausibel verhaal. De douanier vraagt door, Douwe Jan overlaadt hem met argumenten, foto’s en papieren. Dan breekt de lach door. We schudden handen en kunnen door. Nu zijn we echt in Oekraïne. De klok springt direct een uur vooruit, middernacht, einde dag.
EEN LAND IN OORLOG
Maandag 8.30 uur. Douwe Jan slaat de truck weer aan. Doel is vandaag zo dicht mogelijk bij Odessa te komen. De eerste militaire post duikt al snel op, compleet met camouflagenet en ondergrondse schuilmogelijkheid. Maar zonder militairen. We passeren ook bemande controleposten, stoppen hoeven we nooit. Het zijn wel signalen van een land in oorlog.
In het begin van de avond zoeken we een hotel op. Douwe Jan wil op de lange rechte snelweg richting Odessa niet in het donker rijden. Het is donker zoals wij het amper nog kennen. Collega vrachtwagens staan soms zo maar stil langs de kant van de weg en overal kan zo maar een enorm gat in het wegdek opduiken. Dan morgen bij daglicht maar een stukje meer. De warme douche is na drie dagen ook wel prettig.

BESTEMMING ODESSA
Op dinsdag rond 9.00 uur arriveren we bij Odessa. De begroeting is meer dan hartelijk, Douwe Jan was hier al twee keer eerder. Tussen de Amerikaanse en de Oekraïense vlag wapperen de vertrouwde pompeblêden. Friezen op missie in Odessa. Alex Yurpolskyi is gelaten over het laatste nieuws. “Wat kunnen we doen? We moeten afwachten wat er gaat gebeuren.” Na de groepsfoto start het lossen. Door ontheemden uit het frontgebied die hier onderdak vonden. “Wij kunnen allemaal morgen naar het front worden gestuurd. We leven bij de dag.”
Het front is tweehonderd kilometer verderop, maar de oorlog komt ook dichtbij. Alex scrolt op zijn telefoon naar de beelden van de afgelopen nacht. Het centrum van Odessa is op meerdere plekken geraakt, net als de dagen hiervoor. We komen bewust niet met de vrachtwagen in het centrum van de stad.
In een parkje in Velykyi Dal'nyk wapperen Oekraïense vlaggen bij 22 portretten. Kunstbloemen in felle kleuren bij gezichten van lachende mannen. De bittere realiteit is dat ze gesneuveld zijn. Jonge jongens, maar ook al vijftigers zoals wijzelf. We vinden even geen woorden. Verderop rijden we langs een kerkhof met tientallen verse graven. Later op de dag passeren we een begrafenis. De wapperende blauw-gele vlaggen duiden ongetwijfeld op weer een oorlogsslachtoffer.
DE OORLOG IS DICHTBIJ
De oorlog is hier alle dagen dichtbij. Je voelt het. Je ziet het. Doffe blikken in de ogen en een mix van gelatenheid en onzekerheid. We bezorgen persoonlijk een paar dozen hulpgoederen. Armoede was er in Oekraïne ook al voor de oorlog, maar de strijd met de Russen heeft alles verergerd. We bezoeken een vrouw met vier kinderen. Haar man zit aan het front, maar heeft hen ook verlaten. Bij de eerste stap over de drempel worden we stil van wat we zien en ruiken. Moeder in ochtendjas kijkt ons apathisch aan. Vier onverzorgde kinderen onderzoeken kinderlijk nieuwsgierig de meegebrachte dozen. De scène maakt diepe indruk. In Oekraïne zijn gezinnen financieel afhankelijk van de man. In de oorlog groeit het aantal gezinnen zonder vader. “Uitkeringen zijn laag, ondersteuning vanuit de overheid is stopgezet. Het knijpt aan alle kanten," aldus Alex.

COLLEGIALITEIT
De lange terugreis door Oekraïne verloopt goed. Aan het einde van de woensdagmiddag zijn we weer bij Krakovets, de Poolse grens. Op de rotonde honderd meter voor de grens is het ineens over en uit. In een scherpe bocht heeft de trailer de leiding vanuit de brandstoftank geraakt, een nippel is afgebroken. Onder het licht van mobieltjes zoeken we een oplossing. Een lokale hulpdienst kunnen we vergeten. De jongens van de MAN-garage in Lviv zitten aan het front. De oplossing komt uiteindelijk van drie Oekraïense chauffeurs die met handen en voeten, Google translate en een paar telefoontjes licht in de duisternis brengen. Hoe is nog steeds een raadsel, maar ze komen ineens met een stuk slang en slangklemmen op de proppen. Anderhalf uur na de stranding loopt de truck weer. Douwe Jan trekt de beurs, maar ze willen niets hebben. Collegialiteit heet dat. Om 21.00 uur rijden we alsnog het grensterrein op. Tijdens het wachten bedenken hoe het hier allemaal efficiënter zou kunnen. Ondanks een lege vrachtwagen duurt het weer ruim zes uur.
Na een korte nacht volgt de reis door Polen en Duitsland. Om de brandstofkosten te dekken heeft het thuisfront bij De Boer Transport in Zuid Polen en Zuid Oost Duitsland nog retourvracht geregeld.
RESPECT
In de 2.500 kilometer terug naar Friesland laten we alles bezinken. Respect overheerst. Voor het werk van De Friese Rijders, maar zeker ook voor de mensen in Oekraïne die er onder zware omstandigheden toch het beste van maken. Het zet onze vrijheid, die vaak zo vanzelfsprekend lijkt, toch weer in een ander daglicht.