BIGTRUCK VINTAGE
HET DEN HARTOGH MUSEUM
Ingesnoerd tussen de havens en industrie aan de ene kant en de Nieuwe Waterweg aan de andere kant ligt de gemeente Rozenburg, de standplaats van de bekende rode vrachtwagens van Den Hartogh. Tegenwoordig mag het bedrijf zelfs het predicaat Koninklijk voeren. Internationaal wordt er dan ook met trots de naam Royal Den Hartogh Logistics gehanteerd.
Inmiddels is het bedrijf, ooit begonnen als bodedienst in Hillegom, uitgegroeid tot een speler van formaat in het tanktransport met 58 vestigingen in 28 landen, 2700 werknemers, ruim 5.000 bulk containers, meer dan 24.000 tankcontainers, 575 tanktrailers en 900 vrachtwagens.
Kortom, een bedrijf om u tegen te zeggen!
TROTS OP DE GESCHIEDENIS
Gelukkig heeft dit bedrijf respect voor zijn geschiedenis en is er zelfs een eigen privé museum. Dit bevindt zich ook in Rozenburg en bestaat momenteel uit een loods en een werkplaats. Dat het museum er is, hebben we te danken aan de - veel te vroeg overleden - Jack den Hartogh. Een man met een visie, die zonder ophef zijn steentje bijdroeg aan het bedrijf en die de basis legde voor het huidige museum en zijn collectie.
EERSTE PRIJS!
Jack begon met restaureren van voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog en, eind jaren ’80, werd besloten om ook de vrachtwagens te gaan doen zoals die in het bedrijf gereden hadden.
Zijn eerste klus was een Volvo L375 uit 1959, net zo eentje als waar hij zelf mee gereden had. Dat het een wagen met een platte bak en een stro rek boven de cabine was, maakte hem niet uit. Hij maakte er gewoon een bodewagen van. Het resultaat mag gezien worden. De wagen won, met oud Den Hartogh chauffeur Leo de Leede, die vandaag onze gastheer is, de eerste prijs in de categorie oldtimers tijdens het Truckstar festival, dat toen nog op Zandvoort gehouden werd.
En nu, een dikke 40 (!) jaar later, staat de Volvo er nog steeds bij, alsof hij net uit de fabriek komt. Dat zegt genoeg over de aanpak van Jack den Hartogh, je doet het goed of je doet het niet.
VAKMENSEN ZORGEN VOOR HET ERFGOED
Gaandeweg kwamen er steeds meer vrachtwagens, direct uit de vloot of aangekocht en in Den Hartogh stijl gerestaureerd. Wagens uit de beginperiode als bodedienst, maar ook de nodige vrachtwagens van recente datum. Een rijtje staat, schijnbaar zo uit het werk, te wachten op hun restauratie. Wie het wagenpark van Den Hartogh op zijn netvlies heeft, zal begrijpen dat er veel Volvo’s in het museum staan. Een vreemde eend in de bijt - al zijn er wel meer - is een witte Volvo N10 tandemas bakwagen met slaapcabine. Gevraagd naar de reden van zijn aanwezigheid - Den Hartogh had deze niet in de vloot - wordt vermoed dat dit een impuls aankoop was van Jack. Een N10 is best zeldzaam en met een originele slaapcabine nog veel meer. Er zijn nog geen directe plannen mee, want de mannen in de werkplaats, John Stolk en Wil Woutersen, hebben nog volop werk aan het onderhoud en de lopende restauraties. Beide heren zijn vakmensen pur sang en het Den Hartogh erfgoed heeft dan ook geen enkel geheim voor hen.
REIS NAAR CHINA
Tussen al het moois staat op een prominente plaats, de zogenaamde China Truck. Dat is de Volvo L475 uit 1964, waarmee Jack en onze gastheer Leo de Leede in 2014 een lange reis naar China hebben meegemaakt. Samen met de DAF 2400 DO met Coder oplegger van Ad Verdel. Een droomreis van 134 dagen, waarin 27.381 kilometer gereden werd en die door Duitsland, Polen, Litouwen, Letland, Rusland, Mongolië, China, Kyrgyzstan, Kazakhstan, Uzbekistan, Turkmenistan, Iran, Turkije, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland weer naar de thuisbasis in Rozenburg gereden werd. Ontelbare foto’s zijn er gemaakt, onder andere van de Volvo op het Rode Plein in Moskou. Daar is een prachtig boek over gemaakt met de titel ‘Oldtimertrotters op de Silk road expresse’, geschreven door Leo, ISBN nummer 978-90-9031727-4 en nog beperkt te leveren door Leo, te bestellen via e mail: leodeleede@gmail.com
EIGEN AUTO TERUGVINDEN
Lopend in het museum voel je haast de aanwezigheid van Jack, zo’n beetje iedere auto die er staat, op de paar bewaarde auto’s uit het voormalige Ford museum na, zijn door Jack geselecteerd en in “als nieuw” staat gebracht. En aan ieder voertuig kleeft wel een verhaal. Leo is een goede verteller, dus de verhalen komen vanzelf en de uren tikken rustig weg. Zo wijst Leo in een hoek de kop van een blauwe Volvo aan, uiteraard een ouwetje, en - in tegenstelling tot de rest - niet om aan te zien. “Jack was een keer op zoek naar een gebruikte motor voor één van zijn projecten. Uiteindelijk kwam hij bij een boer terecht, die ergens achter een schuur een oude en versleten Volvo had staan. Jack ging de auto, die zo rot als een mispel bleek te zijn, bekijken en wierp een blik onder de motorkap, Hij kwam tenslotte voor een bruikbare motor daarnaartoe. Groot was zijn verbazing, toen hij onder de motorkap eenzelfde lamp aantrof als dat hij, toen hij zelf nog op de auto zat, aangebracht had bij zijn auto, omdat hij iedere morgen de olie moest peilen en daarbij in het donker moest tasten. Hij ging verder kijken, verwijderde wat van de lak en stond daar en er kwam zowaar de rode lak van zijn oude wagen tevoorschijn. Die moest natuurlijk mee naar Rozenburg”, vertelt Leo.
BIJZONDERE VRIENDSCHAP
Daar vlak naast staat een NH12 trekker, waarover Leo trots vertelt dat hij, als chauffeur bij Den Hartogh, op een ochtend van Jack te horen kreeg dat hij maar met de 900 op pad moest. “Meen je dat nou echt?” vroeg Leo, want de 900 was het paradepaardje van de firma. “Je hoort toch wat ik zeg”, was het droge antwoord van Jack. Leo had dit niet zien aankomen, want zo heel erg lang werkte hij daar ook nog niet. “Het is heel bijzonder, hoe Jack en ik elkaar aanvoelden en vertrouwden. Dat hij mij zijn eerste restauratie, de L375, meegaf naar Zandvoort, toonde zijn vertrouwen. Ik mocht er mee op pad, maar wel met de mededeling dat niemand anders er mee mocht rijden. De toewijzing van zijn paradepaardje, de NH12, aan mij was ook zo’n moment en later, toen de lange tocht naar Beijing handen en voeten kreeg, was ik ook de uitverkorene om hem daarbij te begeleiden. En toen Jack ziek werd en problemen kreeg om zelf te kunnen rijden met zijn oldtimers, mocht ik hem daar ook bij ondersteunen en, als het te zwaar werd, het stuur overnemen. We zijn van werkgever-werknemer naar een hechte vriendschap gegroeid. Ik mis de man en zijn vriendschap nog iedere dag.”
BIJZONDERE VRACHTWAGENS VAN NEDERLANDS FABRIKAAT
We gaan verder en zien een F12 en 2 F88’ers, die regelmatig aan oldtimerritten meedoen, we komen een Kromhout en nog zeldzamere Verheul tegen. Deze zijn nooit in de vloot geweest, "Maar", zo zegt Leo, "die kocht Jack, omdat het bijzondere vrachtwagens van Nederlands fabricaat zijn en die wilde hij in zijn volle glorie herstellen. Uiteraard in de eigen kleuren.” Verder staan er ook een paar Mercedes-Benz vrachtwagens, een L312 uit 1954 en een bijzondere L4500 uit 1943. Als die eens konden vertellen wat die allemaal meegemaakt hebben. “Ook die wilde Jack redden, maar zo eentje hebben ze nooit gehad”, aldus Leo. Daarnaast staat een brandweerwagen, een Volvo Snabbe, later bekend als F83, ook weer een zeldzaam model voor Nederland. Een rij moderne trekkers, een F12 en verschillende uitvoeringen die de evolutie van de FH12 tonen, staan rustig in een hoek te wachten, tot zij oud genoeg - en aan de beurt - zijn om gerestaureerd te worden. Leo troont me nog mee naar het laatste project van de hand van Jack, een tot in de puntjes gerestaureerde L485 trekker. Hiervan werd door Tekno nog een model met tank trailer uitgebracht.
KIPPENVEL IN NOORWEGEN
Na de bezichtiging gaan we in de kantine van de werkplaats aan de koffietafel zitten. Het boek Silk Road Express, geschreven door Leo, komt op tafel en de verhalen komen als vanzelf. Zo vertelt Leo, dat Jack en hij, op uitnodiging van Thomas Wadman - van Volvo - in het Volvo museum in Gothenburg waren en daar Knut Evensen, bekend van de Bandar-Abbas Scania’s, ontmoetten. In 2018, toen zij meereden in de Deutschlandfahrt en daarbij ook Zweden aandeden, hebben ze een aantal dagen opgetrokken met Knut Evensen in zijn Scania Vabis combinatie en Thomas Wadman, die samen met Bengt-Åke Bengtson in een Volvo G89 meededen. Een nieuwe vriendschap ontstond. De afspraak werd gemaakt om in 2019 naar Sandefjord te komen, maar dat heeft Jack helaas niet mogen meemaken. Na het overlijden van Jack, op 9 december 2018, ging Leo, samen met Hans, de zoon van Jack, in 2019 op pad met de China Truck naar Sandefjord, waarvandaan Knut Evensen een oldtimerrit door Noorwegen had georganiseerd. Toen zij van de ferry kwamen “Ik krijg er nog kippenvel van" werden ze opgewacht door oud Midden Oosten rijders en Thomas Wadman, met de Volvo G89 uit het Volvo museum. “De rit had de naam Jack Memory Tour gekregen, hoe bijzonder is dat, dat Jack zelfs in Noorwegen zo hoog aangeschreven staat." Nog meer verhalen rollen over de tafel, te veel om op te noemen en, waarschijnlijk, genoeg om nog een boek te schrijven.
GMC TUSSEN DE VOLVO'S
Inmiddels is het buiten al donker en we denken afscheid te gaan nemen en lopen naar de uitgang via de werkplaats. Daar is John Stolk nog steeds aan het sleutelen. “Je kunt het eigenlijk geen werk noemen, als het ook je hobby is", zegt hij lachend. De man is in zijn element en werkt momenteel ‘Effe tussendoor’ aan een GMC uit de Tweede Wereldoorlog. “Deze is afgelopen weekend nog op pad geweest bij een intocht, maar remde niet helemaal jofel. Daarom krijgt hij nu groot onderhoud, voordat hij de winterstalling in gaat. Ze worden eigenlijk te weinig gebruikt”, zegt John, “waardoor je dit soort mankementjes krijgt.” De legerauto’s zijn inmiddels teruggebracht tot 3 stuks, de GMC in de werkplaats, daarnaast een Jeep en een Dodge, die bij de bevrijdingsfeesten en dergelijke ingezet worden. Voor John is het een leuk tussendoortje, tussen al de Volvo’s, die hij, samen met Wil Woutersen, onder handen neemt. Na nog een kleine rondleiding door de werkplaats, waar zelfs een complete cabine van een 495 TipTop, de voorloper van de F88, in de schappen staat, drukken we elkaar voor de laatste keer de hand, het feest is voorbij. Zelfs buiten bij de auto praten we niet meer met elkaar, maar dat komt omdat de regen inmiddels met bakken uit de hemel komt. Alsof Jack van bovenaf zijn tranen de vrije loop laat. Het Den Hartogh Museum is - althans voor ondergetekende - het Jack den Hartogh Museum, want alles daar ademt de sfeer van Jack uit.
Verhaal en foto’s: Peter Winterswijk
Met dank aan Hans den Hartogh, de beheerder van de collectie, voor het openstellen van het museum en aan Leo de Leede voor zijn breedvoerige en geduldige uitleg!