BIGTRUCK VINTAGE
VRIENDEN VOOR HET LEVEN
We ontmoeten een heel aimabele Belg, Freddy Seifert, die ‘op pensioen’ is, zoals dat in België heet. Tegelijk met hem mocht ook zijn trouwe Scania T143-500 Top/Streamline van zijn rust gaan genieten. Zij hebben samen heel wat avonturen beleefd en blijven ook ‘op pensioen’ onafscheidelijk.
Freddy, die gediplomeerd automechanieker is, startte zijn werkzame leven als monteur bij VDB Containers, later kwam hij bij transportbedrijf Schreurs terecht waar hij de nodige praktijkervaring opdeed. Toen daar een chauffeur wegging en er een Volvo F88 vrijkwam, vroeg hij aan zijn chef of hij met die trekker mocht gaan rijden. En dat mocht en zou het niet bevallen, dan wilden ze hem graag in de werkplaats terug zien, want hij was inmiddels een gewaardeerde monteur. Het werken met de F88 beviel hem zo goed, dat hij niet meer terugkeerde naar de werkplaats. Hij vervoerde hoofdzakelijk staalproducten, in losse laadbakken, die dan met de trein naar Italië gingen. “Gemiddeld deed ik drie vrachten per dag, 3 keer de boel afbreken en ook 3 keer weer opbouwen. Als jonge gast gaf ik daar niet om, maar zwaar werk was het zeker,” zegt Freddy daarover. Dat duurde tot 1980, het jaar waarin Schreurs besloot om te stoppen met dat werk.
VERDER GAAN ALS ZELFSTANDIGE
Freddy was daar niet zo gelukkig mee, hij had het naar zijn zin, zowel met de Volvo als met het werk. Hij kon de Volvo overnemen en ging hetzelfde werk uitvoeren onder de vleugels van het familiebedrijf van Seifert. Dat was in 1952 door zijn grootvader opgericht en in 1964 voortgezet door zijn vader. En nu, we spreken over 1980, kwam het in handen van Freddy en zijn oudere broer. Inmiddels is het in handen van de neef (zoon van zijn broer) van Freddy, die samen met twee chauffeurs in het vervoer van bouwmaterialen actief is met drie Scania’s. Het mag niet onvermeld blijven dat Freddy, in zijn spaarzame vrije tijd, een verdienstelijk coureur was met een BMW 2002 in de rallycross. Dat hij de preparatie en onderhoud daarvan zelf uitvoerde, is een vanzelfsprekendheid bij hem. Tot zover de introductie.
SCHRAMMEN EN LITTEKENS
Terug naar Freddy en zijn T143. Beiden hebben hun sporen verdiend en het werkzame leven heeft hen de nodige schrammen en littekens bezorgd. Ze schamen zich daar niet voor en zien er beiden uit, alsof ze zo weer naar de dokken in Antwerpen gaan om een container te halen om in Stuttgart te gaan lossen. Ze zouden er de hand niet voor omdraaien. Freddy kocht de Scania, die van bouwjaar 1994 is, in 1996 met 204.000 kilometer op de teller. De trekker kwam van Trans Major uit Grobbendonk en was blauw van kleur. Freddy reed toen nog met zijn toenmalige trekker, een DAF 3600 SpaceCab, maar ging na het overspuiten met zijn droomauto verder. De Scania moest wit gespoten worden, want dat was één van de vereisten in het contract met BP, waar de Fa. Seifert al vanaf de start van het bedrijf in 1952 voor werkte. De onderlinge banden waren stevig te noemen. Dit werk duurde tot 2011, BP was inmiddels overgenomen door Q8.

Freddy in 2015 met op de truck nog de originele nummerplaat

De Volvo F88 waarmee Freddy eerst als chauffeur en later voor eigen rekening mee onderweg was
STEILE HELLINGEN ALS ONTBIJT
Freddy heeft dierbare herinneringen aan die tijd, waarin hij brandstoffen vervoerde. “Naast het bevoorraden van de grote stations, ook langs de snelwegen, kwam ik veel bij de plaatselijke verdelers en de kleinere pompstations. Het contact met de mensen betekent veel voor mij. Ik moest veel in Wallonië zijn en ook daar had ik goede contacten. Met zijn 500PK lachte de Scania V8 om de zware hellingen van de Ardennen, die waren slechts zijn ontbijt! Voorzien van een 12-versnellingsbak en een retarder, bleef het tempo zowel berg op- als afwaarts er altijd stevig inzitten. Het gebeurde overigens ook wel, dat ik, dat was dan in opdracht van een andere oliemaatschappij, smeerolie in de haven van Antwerpen moest afleveren, wat direct aan boord van de zeeschepen gepompt werd. Ook dat werk mocht ik graag doen. De trailer daarvoor had diverse compartimenten, waardoor je evenveel verschillende soorten smeerolie kon leveren. Want voor bijna iedere soort machine aan boord - en ze hebben er nogal wat - is een andere oliesoort nodig.”
ANDER WERK ZOEKEN
Maar aan alles komt een eind, de vraag ‘waarom’ laten we maar achterwege. Freddy ging ander werk doen en, gewend als hij was aan vloeistoffen vervoer, werd dat transport van tankcontainers en later ook van gewone ‘droge’ boxen, zoals dat in het vakjargon heet. En nog altijd met veel plezier in zijn T143. “Met die containers reed ik in de Benelux en Frankrijk, maar toch vooral veel op Duitsland. En daar was de T143 natuurlijk ook perfect in zijn element, al hoefde hij minder hard te werken dan in het tankvervoer door de Ardennen. De meeste ritten gingen naar het Ruhrgebied, maar uitschieters naar Stuttgart of München kwamen ook voor. Alhoewel die hele lange ritten voor mij niet persé noodzakelijk waren. Dagritten en het contact met de klanten, dat ligt mij het best.”
HARTOPERATIE
Tot Freddy keihard geconfronteerd werd met de beperkingen van het menselijk lichaam, hij kreeg klachten en moest een ingrijpende hartoperatie ondergaan. “Het is niet zoals bij een motor, andere zuigerveren steken en daarna weer als nieuw,” merkt Freddy op. “Het werd een zware periode en de Scania ging de hoek in, afwachtend wat de toekomst nog in petto zou hebben. Wegdoen was geen optie, die Scania is helemaal eigen aan mij.” Door deze tegenslag moest wel de beslissing genomen worden om te stoppen met rijden. Dat die beslissing zwaar was, staat buiten kijf. Maar wat bijzonder is, is dat Freddy ook in zijn moeilijke dagen trouw bleef aan zijn Scania. Ondanks dat Freddy weinig kon doen, werd de Scania niet verkocht, maar in een hoekje in de loods gezet en mocht daar uitrusten.
WEER AAN DE BETERENDE HAND
Toen Freddy weer aan de beterende hand was, is hij voorzichtig aan de Scania begonnen te werken, het chassis was nogal aangetast door roest en hij heeft de complete achteras, inclusief de veerbokken, eraf gehaald en alles ontroest en opnieuw geschilderd. Overige slechte plekjes werden bijgewerkt, waarbij de verroeste rand onder de voorruit moest blijven zitten. Die is slechts overgeschilderd, want er moet eigenlijk een nieuwe rand ingelast worden. “Ik kwam een cabine van een P-serie op het spoor, die niet te duur was, en waarvan ik dan zowel de voorruit als het deel van onder de ruit zou kunnen overzetten. Toen ik mij bij de verkoper meldde, bleek die cabine juist verkocht te zijn. Maar ach, mijn eigen ruit valt er nog niet uit, dus ik wacht wel een volgende gelegenheid af. We hebben de tijd,” is de nuchtere constatering van Freddy.
’T IS EEN V8 HÈ!
Gevraagd naar verdere restauraties, reparaties of pechgevallen zegt hij: “Ik vrees dat het een saai artikel voor je gaat worden. Ik kocht hem met 200.000 kilometer, nu staan er zo’n 1.800.000 op de teller en, naast regulier onderhoud, heb ik slechts één keer pech gehad. Een verstuiverleiding brak en dat gebeurde praktisch voor de deur bij de Scania dealer Scantec in Eupen, dat was dan ook snel verholpen. En zelf heb ik de turbo preventief vervangen. Dat was het dan wel. ’t Is een V8 hè,” merkt hij op, alsof hij zeggen wil: 'Hoe durf je zoiets te vragen?’ Wel gaat hij in de aankomende tijd een aantal waterslangen vervangen. “Die slangen zijn aardig verteerd. Ik heb het geluk dat ik zo’n beetje alles zelf kan doen en het houdt me bezig, dat is ook fijn. Je moet er niet aan denken om achter de geraniums te gaan zitten, nee laat mij maar lekker bezig zijn. Ik help mijn neef ook nog regelmatig met zijn bedrijf. Bij onderhoud en reparaties, wanneer dat nodig is. Ik ben laatst nog in Frankrijk geweest, waar een auto van hem stond met een kapotte koelslang van de retarder. Die heb ik ter plekke hersteld en de wagen kon, zonder verdere schade, weer verder met zijn rit.”

Een V8 werkt blijkbaar verslavend
EIGEN CONTAINERHAVEN, SCHAAL 1 OP 87
Freddy is ook een liefhebber van schaal 1 op 87 miniaturen, hij heeft een grote treinbaan gemaakt, met realistische decors en heeft er zelfs een containerhaven bij aangelegd. Dat daar, op de juiste schaal, de wagens van de fa. Seifert bij opgesteld staan is niet meer dan logisch. Net zoals Freddy die auto’s zelf samengesteld heeft en beschilderd. De man heeft gouden handen, dat blijkt uit alles.




Het interieur draagt de sporen der jaren
EEN WERKPAARD ALS HOBBY
Gevraagd naar toekomstplannen, constateert Freddy erg nuchter: “Ik ben bijna 66, na de hartoperatie heb ik nog een ander infarct gehad en mocht ik een jaar niet rijden. Gelukkig heb ik nu weer de rijbevoegdheid, nadat ik alle testen met goed gevolg afgelegd heb. Daar ben ik blij mee, maar het is een keer gedaan. En dat is nu.” Zo’n antwoord laat niets aan duidelijk te wensen over, het typeert de man. Maar dan, is de T143 dan geen blok aan het been? “Nee, dat is die zeker niet, hij hoort bij mij. Zou ik hem moeten missen, dan zou het zijn alsof ik een arm of een been moest missen. We hebben samen zoveel meegemaakt dat ik hem absoluut nooit weg zal doen. De Scania is, net zoals zijn baasje, uitgebreid gekeurd en goed bevonden. En nu er een oldtimerplaat op zit, zijn de kosten ook goed te overzien, dus vanaf nu is het een hobby truck. We gaan naar truckshows en evenementen en daar zullen ook toertochtjes bij gaan horen.” Het is prachtig om te constateren, dat Freddy steeds over wij praat, als hij het heeft over wat hij met de Scania gaat doen. Waar een ander een huisdier heeft, heeft Freddy zijn ouwe, trouwe Scania als metgezel. We hopen hem nog vaak te mogen ontmoeten bij oldtimer evenementen. Met zijn Scania, die trots de tekenen van een werkzaam leven toont. Een werkpaard als hobby, zo is het ongeveer.
WAT SCANIA FEITJES
De Scania van Freddy is er één uit de 3-serie. De 3-serie werd geïntroduceerd in 1987 als opvolger van - heel verrassend - de 2-serie en werd op zijn beurt weer afgelost door de 4-serie in 1995. Er was een keuze uit 9, 11 en 14 liter dieselmotoren, waarbij de 14 liter de beroemde V8 was. De type aanduiding was, zoals in geval van Freddy T143M-500 waarbij de T staat voor Torpedofront (met neus dus) 143 voor 14 liter 3 serie, M voor chassis klasse Medium Duty en 500 het aantal beschikbare paardenkrachten aangeeft.
Scania bood voor de 3-serie een aantal cabines aan, de P-serie en R-serie waren de frontstuur modellen, waarbij de P stond voor een lage cabine, voor regionaal vervoer, de R stond voor de hoge cabine, bedacht voor het lange afstandsvervoer. De T cabine is, zoals de trekker in dit artikel, de torpedofront. Alle cabines waren als dag- en als slaapcabine leverbaar. De P-cabine (alleen leverbaar op de 9 en 11 liter modellen) was in dat geval voorzien van één bed, waar de R- en T-cabine er twee konden hebben. Na verloop van tijd werd een Topline versie van de R-cabine geïntroduceerd, die was met een ca. 15 cm verhoogd dak. Daar werd weer wat later de Streamline cabine aan toegevoegd. Die was, de naam zegt het al, meer gestroomlijnd door afgeronde hoeken, verlengde deuren en nog een aantal maatregelen.
De trekker van Freddy heeft het allemaal, in zijn tijd - en ook nu nog - een droomauto voor de internationale chauffeur. Met zijn, om je heen gebogen dashboard, een stoere neus voor je als levensverzekering en een niet te stoppen V8 onder die neus, kon je de hele wereld aan! Voorzien van airco en een standverwarming, de handgeschakelde GRS900R 12-versnellingsbak met daaraan gekoppelde retarder en zijn 500PK was deze Scania T143M-500 LA4X2, zoals hij gedoopt is door de Zweden, met recht de King of the Road!



Peter Winterswijk