BIGTRUCK REPORTAGE
ZINLOOS GEWELD BIJ DE LANGE TRANSPORT
Met een kipper-trailer kun je alle kanten op. Dat blijkt maar weer als we een dagje meerijden met J.W. de Lange BV uit Nieuw-Lekkerland. De mogelijkheden zijn eindeloos, zeker als er een Scania met 730 pk voor hangt.
Het begon lang geleden allemaal met een windmolen in Nieuw-Lekkerland. Deze staat er al lang niet meer. Langs het water staat nu een fabriek waar veevoer wordt gemaakt. Veelal is dit bestemd voor klanten in het Midden-Oosten en Afrika. Met containers gaat het veevoer die kant op. Voor het transport van de containers naar de haven schafte eigenaar Jan de Lange in 2014 een Scania R730 aan.
Tien jaar later rijdt neef Ieme de Lange (20) op deze Scania. De auto heeft nog geen half miljoen kilometers gereden. Toen de Scania nog containers vervoerde, reed hij niet veel. Tegenwoordig is Ieme er iedere dag mee onderweg. De 4x2 trekker is ondertussen uitgerust met een blower en hydrauliek. Achter de Scania hangt een aluminium Bulthuis kipper-trailer. Deze is een jaar geleden in het bedrijf gekomen, waar hij een zwaardere trailer verving.
KOEIENHOORN
Het is half vijf in de ochtend als we dwars door het nog slapende Nieuw-Lekkerland rijden. De trailer is gevuld met maïs, bestemd voor een veevoerfabriek in Oirschot. Het meeste transportwerk dat Ieme doet bij De Lange is voor Groen Transport, dat aan de overkant van de weg zit. Ieme heeft nu twee jaar zijn rijbewijs: de Scania R730 is zijn eerste auto. “Er zijn er bij die het slechter hebben”, lacht hij vanachter het stuur.
De Scania R730 is dan ook Iemes grote trots. Hij is er erg zuinig op. “Zo’n auto moet je niet aftrappen”, zegt hij. “Hij wordt elke week gewassen.” Ondertussen is de auto voorzien van allerlei accessoires, zoals bloklampen onder de grille, een verlengde zonneklep en nieuwe lampen op het dak. Het meest opvallend is echter de enorme koeienhoorn op het dashboard. “Ja, die zat er heel snel in”, lacht Ieme. “Dat vind ik echt mooi. Daar word je wel aan herkend.”
VEEL VERMOGEN
Terwijl we over de A15 en de A2 naar het zuiden rijden, legt Ieme uit dat hij graag het interieur van de Scania nog wil aanpakken. Noppenleer onder de kastjes boven de voorruit en op de onderkant van het bovenbed. Ook op de achterwand wil hij iets bijzonders. De Scania, die half zo oud is als hijzelf, is voor hem de ideale vrachtauto. “Tegenwoordig zijn Scania’s veel te modern”, zegt Ieme terwijl hij zijn afschuw uitspreekt over Scania’s nieuwe digitale dashboard. “Ik wil geen schermen maar knopjes.”
Hoewel zijn oom het prima vindt dat Ieme de Scania aanpast, is er één wens die niet gaat uitkomen: een brul uitlaat. “Dat zou ik best willen, maar vanwege de variabele turbo in deze Scania is dat heel moeilijk”, legt hij uit. Klagen doet hij niet over de 730 pk die hij onder zijn rechtervoet heeft. Voor dit werk is zoveel vermogen eigenlijk niet nodig. ‘Zinloos geweld’ staat er dan ook naast de uitlaat. Bij De Lange zijn ze gek op Scania’s met veel vermogen. Er rijdt nog een nieuwe S730 en Ieme’s oom brengt de containers met veevoer nu naar de haven met een Scania S770.
NIET MOEILIJK
Terwijl we Brabant inrijden, spat het ene na het andere insect tegen de voorruit uiteen. Ieme baalt er zichtbaar van. Gisteren heeft hij met een collega de hele auto gepoetst en in de was gezet. Dat het op deze zonnige junidag zo vroeg licht wordt, vindt hij ook jammer: "Zo heb je helemaal niks meer aan je lampjes”, verzucht hij. Gelukkig hebben we de foto’s van vanochtend nog. Het is al een tijdje licht als we in Oirschot aankomen. Ieme komt hier regelmatig en kent de medewerkers en de andere chauffeurs. “Dit is een klein wereldje. Je kent iedereen wel zo’n beetje.”
Na een korte wachttijd kan Ieme gaan lossen. “Kiepen is niet moeilijk, maar je moet wel met een aantal dingen rekening houden”, legt Ieme uit. De auto krijgt flinke klappen als de maïs ineens naar beneden zakt. “Daarom wil je zeker niet achter de auto gaan staan.” Wat Ieme betreft is er maar één nadeel aan dit werk: alles wordt stoffig. “Het interieur stofvrij houden is echt onmogelijk”, verzucht hij.
OVER DE GRENS
Als we leeg zijn en op de weegbrug zijn geweest, gaan we weer op weg. “We gaan binnendoor dwars door Helmond. Het is even niet anders”, zegt Ieme. Onze bestemming is een groeve in Weeze, een steenworp over de grens. Hier moeten we een lading zand laden. Ieme vindt het mooi: “Dat is het mooie aan dit werk: de afwisseling qua producten en qua fabrieken. We proberen altijd zoveel mogelijk lading per dag te vervoeren. Leeg rijden willen we niet. Het is mooi om altijd aan het gewicht te zitten. Dan is dit veel mooier dan bijvoorbeeld distributie, waarbij je vaak leeg of halfleeg rijdt.”
Nu de kipper leeg is, merken we hoeveel vermogen er in de R730 zit. “Leeg trek ik nooit vol gas op”, vertelt Ieme. “Daar is deze auto veel te wild voor. Bij nat weer slippen de wielen zelfs geladen nog weleens door.” De groeve waar we zand moeten laden, blijkt een perfecte fotolocatie. Ook hier hoeven we niet lang te wachten. Met vier grote scheppen van de graafmachine zit de trailer vol. We kunnen weer honderd meter terug naar Nederland. Ieme lacht: “Nou, dit is ons dagelijkse ritje buitenland.”
KRAPPE PLEKJES
Ieme komt veel in deze omgeving. “In Brabant en Limburg zijn veel fabrieken waar we moeten lossen en er zijn veel boeren waar we kunnen laden. Gelukkig maar, want het is hier veel leuker rijden dan in Noord-Holland.” Af en toe rijdt Ieme naar het buitenland, maar niet ver. “Binnenland is wel best eigenlijk. Daar spreken ze tenminste dezelfde taal.” Een tijdje vervoerde Ieme hoogwerkers met een dieplader. Toen kwam hij op de gekste locaties. Ook met de kipper komt hij vaak op krappe plekjes, zoals bij boeren. De gestuurde as op de trailer komt dan goed van pas. “Een keer moest ik in Duitsland midden in een woonwijk lossen. Een lading grind bij een vrouwtje in haar voortuin”, lacht hij.
Eigenlijk wilde Ieme helemaal geen chauffeur worden. Hij volgde een monteursopleiding voor scheepsmotoren, hetzelfde werk als zijn vader. “Maar vanaf mijn elfde kwam ik al op het bedrijf van mijn oom. Ik ben hier zowat opgegroeid. Toen dacht ik: waarom eigenlijk geen chauffeur.” Ondertussen zou hij niet anders meer willen. Hij is erg tevreden met wat hij nu doet. Ook Ferre, zijn broertje van 12, vindt het rijden met vrachtwagens schitterend. Regelmatig rijdt hij met Ieme mee.
STOFWOLKEN
“Werk is ook een soort hobby”, spreekt Ieme filosofisch. “Ik neem eigenlijk nooit vrij.” In het weekend gaat hij graag met vrienden naar de trekkertrek. “Dat is niet goed voor je lichaam”, lacht hij. “Maar het is wel gezellig.” Daarnaast sleutelt Ieme graag aan een RAM pick-up die even oud is als hijzelf. Terug in de Randstad is de lading zand snel gelost. We gaan op weg naar Zwijndrecht, waar weer een nieuwe lading op ons wacht.
We komen aan bij een stoffige, donkere loods. Na de verplichte stop op de weegbrug rijdt Ieme de Scania naar binnen. In de loods schept een stoffige graafmachine de kipper vol met pellets gemaakt van de schillen van zonnebloempitten. Bij het laden komen enorme stofwolken vrij. Ook deze lading is bestemd voor veevoer: morgen moet hij naar het oosten van het land. Nu rijden we terug naar Nieuw-Lekkerland. Als we met een volle trailer de Noordtunnel uitrijden, komen we met 90 km/u boven. Ieme lacht erom. “R730 power”, zegt hij met een grote grijns.
Tekst, foto’s & video: Maarten van der Westen