Je hebt altijd van die dagen dat het niet lekker loopt. Deze rit was op zo’n dag. Alles zat tegen. Tot overmaat van ramp mocht ik van de brandweer niet verder rijden. Dit betekende einde rit en einde werkdag voor mij.
EEN ECHTE MAANDAGRIT
Op papier was het een mooie rit. Ik moest een aantal klanten lossen in Overijssel en de Achterhoek. Daarna kon ik doorrijden naar Drachten om bij een vaste klant te laden. De dag liep alleen wel anders dan gepland.
Bij het tweede losadres stond een lange rij vrachtwagens om te mogen lossen. Er zat niets anders op dan achteraan in de rij aan te sluiten. Na ruim anderhalf uur was ik van mijn drie pallets verlost. Door deze vertraging werd de planning wel erg krap om op tijd bij het laadadres te zijn. Toch was er nog wel iets speling. Dan moest er niet te veel tegenzitten.
JOOP SLOOP
Bij het vierde adres waar ik moest lossen was de heftruck defect. Gelukkig had ik een laadklep en een pompwagen bij me. Geen probleem voor mij en ik heb de pallets netjes binnengezet. Mijn pompwagen had ik verder niet meer nodig. Ik ruimde deze netjes op in de kist onder de trekker. Omdat wij veel koppelen is iedere truck voorzien van een kist voor de pompwagen.
Na het lossen reed ik weg en bij de eerste bocht klonk er een luid gekraak onder de trailer vandaan. Ik stopte meteen om te kijken waar dit geluid vandaan kwam. Na een klein rondje om de auto te hebben gelopen, was het euvel bekend. De pompwagen had ik niet goed vastgezet en de hefarm was onder de oplegger vast komen te zitten. Met als gevolg een kromme hefarm. Echt balen! Netjes de planning ingelicht en om een andere pompwagen gevraagd.
TEGENGEHOUDEN DOOR DE BRANDWEER
Op weg naar mijn laatste klant om te lossen werd ik tegengehouden door een brandweerman. Op de rotonde bij Borculo sprong de spuitgast zwaaiend voor mijn auto. “Waar moet je naartoe?” vroeg de beste man. “Ik wil naar het tuincentrum om een aantal pallets te lossen. Als jij dat goed vindt?” antwoordde ik de man. Waarop de brandweerman zei: “Dat gaat niet want de zuivelfabriek staat in brand en de omgeving is afgesloten. Ook het tuincentrum is niet bereikbaar.”
Dat werd dus een belletje met de planning met het nieuws dat ik de auto niet leeg zou krijgen. “Kom maar naar de zaak. Morgen weer een dag. Er staat een nieuwe pompwagen voor je klaar in de loods.” Met dit bericht keerde ik huiswaarts van een verloren dag.