BIGtruck Vintage
ZWEEDSE FORD TRANSCONTINENTAL MET HISTORIE
BIGtruck Vintage
ZWEEDSE FORD TRANSCONTINENTAL MET HISTORIE
Ford Trucks is bezig aan een terugkeer naar de Europese markt maar ooit was het merk met de Transcontinental een geduchte concurrent. De in Amsterdam gebouwde trucks hadden een uitstekende reputatie in Europa. Eigen rijder Jonny Nilsson reed voor Het Zweedse Stjärnströms zelfs naar het Midden-Oosten met zo’n Ford, uiteraard als een 6x2 vanwege de vele zandpaden. Jaren later bouwde Jonny zo’n zelfde legendarische Ford naar het voorbeeld van zijn eigen truck waarmee hij mooie avonturen beleefde.
De Zweedse Ford Transcontinental verwijst in elk mogelijk detail naar de beroemde routes naar het Midden-Oosten. In het midden van de jaren ‘70 hadden de westerse landen te maken met een inzinking van de economie door een brandstofcrisis, terwijl landen in het Midden-Oosten door die zelfde crisis rijk begonnen te worden. De invoer van goederen uit Europa groeide in een alarmerend tempo en de internationale situatie, met onder meer de burgeroorlog in Libanon, verlamde de prestaties van zee leveringen. Hierdoor ontstond een situatie waarin Europese vervoerders en chauffeurs op grote schaal intercontinentale routes gingen exploiteren. Die mannen gingen heel ver, heel heel ver. De ritten gingen niet alleen naar Irak, Iran of Syrië, maar ook naar Saoedi-Arabië, Koeweit of zelfs Pakistan. De Ford Transcontinental bleek bijzonder geschikt voor dit werk. Niet alleen waren ze ruim en beresterk, ze hadden ook de naam mee.
GEBOUWD IN AMSTERDAM
De Ford Transcontinental ging in 1975 in productie en was een vrij ongebruikelijk ontwerp. Je zou het een soort mengelmoes kunnen noemen, met een bij het Franse Berliet gekochte cabine, een uit Amerikaanse componenten opgebouwde aandrijflijn en montage in twee Europese landen. In de Amsterdamse fabriek werden precies 8.231 exemplaren gebouwd, de overige 504 verlieten de Britse Sandbach-fabriek en de gehele productieperiode duurde negen jaar, tot 1984. Het was relatief kort en zelfs de productieschaal was klein, wat heel welsprekend het gebrek aan marktsucces bewijst. Dus kortom, de truck sloeg op de lange termijn gewoon niet aan. Toch was er geen gebrek aan mensen die tevreden waren met Ford, en er zelfs tal van positieve herinneringen mee opbouwden. En hier komen we bij het verhaal van Jonny Nilsson uit de Zweedse stad Kalmar.
BEGON MET FORD D-SERIE
Jonny Nilsson begon zijn transport carrière in 1968, aanvankelijk helpend in het familiebedrijf van zijn vader en ook mechanisch werk. Zijn eerste routes waren lokaal, uitgevoerd met een klassieke Scania-Vabis, en daarna met een middelgrote Britse Ford D-serie.Na verloop van tijd begon de jonge Zweed zich aangetrokken te voelen tot internationale bestemmingen, en een speciale stimulans was een tour van zeven weken met een vriend uit 1976, helemaal leidend tot Bandar Abbas in Iran. Na die reis besloot Jonny het kleine Fordje te verkopen, nam een baan aan bij een andere vervoerder en begon met het rijden op routes tussen Zweden en Oostenrijk. Een jaar later ging hij nog een stap verder door zijn eigen Scania 111 te kopen, er een oplegger voor te huren en door te reizen naar Oostenrijk, dit keer voor eigen rekening.
EERSTE RIT: SAOEDI-ARABIË
De eerste met de Ford Transcontinental gemaakte route leidde meteen naar de hoofdstad van Saoedi-Arabië, namelijk de stad Riyad. Op dat moment was het een van de verste bestemmingen ooit voor Europese trucks. Kort daarna kwamen er ritten naar Koeweit, maar soms waren het ‘korte’ ritjes naar Turkije, Iran, Irak, Syrië, Libanon of Jordanië. En vergeet niet, vanuit Zweden! Ook tussen Zweden en andere Europese landen, zowel die in het westen als de landen van het voormalige Oostblok was er in die jaren veel werk. Een heel verschil met nu, want er je ziet zelden nog Zweedse trucks in Europa rijden.
TUSSENGAS
Jonny koos voor de Amerikaans-Nederlands-Britse Ford vanwege de gunstige prijs, zeker ten opzichte van de Zweedse merken. Bovendien was de Transcontinental krachtig en had hij een voor die tijd zeer grote cabine. Standaard was er de 14-liter Cummins motor met 340 pk, destijds een van de sterkste motoren op de Europese markt. In 1979 werd ook een verbeterde versie met 355 pk geïntroduceerd. Verder was er de onverwoestbare Eaton Fuller-versnellingsbak, niet-gesynchroniseerd en met 9 of 12 versnellingen. Die bak was voorzien van een ‘dubbele splitter’ en een kruipversnelling. Met die bak kon een kenner razendsnel schakelen zonder te koppelen. Voor het terugschakelen moest je dan tussengas geven. Een Rockwell maakt de aandrijflijn compleet.
KEUKENTJE ALS OPTIE
De cabine stond behoorlijk wat hoger dan op het origineel, de Berliet. Daardoor was de motortunnel vrij laag voor die tijd en dat zorgde voor veel ruimte. Daarnaast zorgde het Ford Trucks voor een afwerking van het interieur in Amerikaanse stijl, met imitatiehout en elegante fauteuils, voorzien van in die tijd niet voor de hand liggende accessoires als hoofdsteunen en armleuningen. Op de optielijst stond ook een pakket voor transport naar het Midden-Oosten. Het was een typisch fenomeen voor die tijd en omvatte onder meer een fabrieksmatig gemaakt gasfornuis en een spoelbak, gemonteerd in een speciale uitsparing in het dashboard aan de passagierszijde (zie foto).
UNIEKE VONDST
Tot zover de historie van de inmiddels 72 jarige Jonny Nilsson. De wereld draaide door, Ford Trucks verdween als truckmerk en komt nu terug, en de oude Transcontinental van Johnny is voltooid verleden tijd. Toch bleef het kriebelen dat zijn oude gele reisgenoot er niet meer was. Een truck met heel veel herinneringen voor Jonny. Hij besloot dan ook om de truck compleet na te bouwen, maar daarvoor moest er eerst een geschikte trekker gevonden worden. De kans om ergens in Scandinavië een gebruikte Transcontinental te kopen was erg klein. Toch vond Jonny in 2016 de perfecte basis voor een opknapbeurt, van hetzelfde modeljaar als zijn oude vrachtwagen (1977), met exact dezelfde aandrijflijn, en zelfs in de kleur geel! Het unieke van de auto was de kilometerstand van slechts 163.000. Het bleek dat dit voertuig al 21 jaar op een boerderij in Noord-Zweden had gestaan en daarvoor slechts af en toe een ritje door het land maakte om diervoeders uit het zuiden te vervoeren. Bovendien werd een jaar later de perfecte oplegger gevonden, de tweeling van het voertuig dat Jonny vier decennia geleden aan zijn Ford had gekoppeld. We hebben het over een product van het Finse merk Närko,
PERZISCHE TAPIJTEN
De Ford was van de 21 jaar stilstand niet opgeknapt, maar de auto bleek verrassend compleet. Zo zat er bijvoorbeeld zelfs een airco op het dak, net als bij Jonny zijn eigen Ford. Wat volgde was een intensief restauratie project waarbij zowel de trekker als de Närko oplegger volledig werden aangepakt. De hele combinatie werd zodanig gerestaureerd dat er een natuurgetrouwe kopie ontstond van de Midden-Oosten truck van Jonny. Dat wil zeggen, compleet met koplampbeschermers, een kleine bullbar en een ‘Oosters’ interieur met handgemaakte Perzische tapijten en een fantastisch doek tegen de achterwand van de brug over de Bosporus in Istanbul. Zelfs het rekje aan de spiegel om flesjes water in te koelen ontbreekt niet. Het Ford keukentje zit er niet in trouwens, maar die luxe had Jonny zelf ook niet veertig jaar geleden. Ook de oplegger ziet er helemaal natuurgetrouw uit aan de buitenkant. Het interieur is wel behoorlijk aangepast. Dat is namelijk een complete camper geworden, uiteraard ook geheel in Oosterse stijl.