BIGtruck Reportage


Nieuwe locaties om te parkeren

BIGtruck Reportage


Nieuwe locaties om te parkeren

Overal in het noordwestelijk deel van Europa is er een groot gebrek aan parkeerplaatsen voor trucks. Dit is een kwestie die al jaren speelt. Intussen worden grote distributiecentra gebouwd in met name het midden en zuiden van ons land. Die genereren een grote stroom vrachtwagens. Provincies en Rijkswaterstaat willen er wat aan doen.

Rijkswaterstaat is op vier plaatsen aan het bekijken of het aantal truckparkeerplaatsen uitgebreid kan worden. Op één plek is dat al gebeurd: bij de truckstop Maasvlakte Plaza. Andere locaties die Rijkswaterstaat op het oog heeft, zijn truckstop Venlo, waar ook al druk geparkeerd wordt en nog een locatie wordt Nobis Asten. Voor eind 2022 moeten er 765 extra parkeerplaatsen voor trucks gerealiseerd zijn. In Venlo en op de Maasvlakte ging het allemaal relatief vlot. Op de Maasvlakte was de ruimte al beschikbaar en Venlo werd geconfronteerd met de sluiting van de Nieuwe Keulse en de Heijerhoeve. Aan de James Cookweg is nu ruimte voor 225 parkerende trucks waarbij de chauffeurs de normale voorzieningen ter beschikking hebben. Dit jaar komen er 165 bij, resulterend in 390 plaatsen. Op die manier wil Venlo samen met de provincie Limburg voorkomen dat trucks langs de snelweg op de vluchtstrook gaan staan. Truckstop Venlo zegt te willen uitbreiden met meer locaties in Brabant en Limburg.

Asten

Even verderop, in Asten ziet het er voorlopig niet naar uit dat er uitgebreid wordt. “Er is een plan om aan de andere kant van de A67 en de N279 een extra terrein aan te wijzen voor truckparking, maar zo ver is het nog niet. De bedoeling is dat de N279 vierbaans wordt en dat er dan ook een parkeerplaats bij komt. Gemeente en provincie zijn er nog mee bezig,” zegt Peter Schreurs van de BIGtruck Truckshop.

Nog een project

Inmiddels is er nog een project van start gegaan, waar de Provincie Brabant een rol in speelt, en waarvoor Europese subsidie beschikbaar is. De initiatiefnemers in de realisatie van de zes parkeerplaatsen, met een totale investeringskosten van € 32,3 miljoen, voldoen volgens de CEF subsidierichtlijnen en de Europese standaard voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen. De provincies Noord-Brabant, Zuid-Holland, Limburg, Zeeland en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hebben voor het tweede jaar met succes Europese subsidie opgehaald voor de realisatie van veilige en beveiligde truckparkings met voorzieningen voor de chauffeurs. Met de toegekende gelden kunnen circa 1600 nieuwe truckparkeerplaatsen worden gerealiseerd in: Nieuw Reijerwaard in Zuid Holland: 150 Moerdijk, locatie Kanters (Noord Brabant): 175 Twee nog te bepalen locaties in Zuid-Limburg: 850 De Central Gate, North Sea Port in Zeeland: 455 De totale investeringskosten Truckparkings bedragen € 32,25 miljoen, waarvan € 6,5 miljoen honorering met 20%-medefinanciering. De nieuwe plekken moeten uiterlijk in 2023 gereed zijn. De CEF is een belangrijk Europees subsidieprogramma voor transport, energie en telecomprojecten. Voor de 2019 CEF Transport call was een budget van € 1,4 miljard beschikbaar. Naast veilige infrastructuur, zoals vrachtwagen parkeren, richt het CEF programma zich op het verbeteren en verduurzamen van het Trans-Europees Transport (TEN-T) netwerk.

Logistieke dienstverleners verantwoordelijk

Een andere manier om het parkeerprobleem te bestrijden is om de logistieke dienstverleners verantwoordelijk te maken voor het vervoer. Waarbij zij dus zorgen voor faciliteiten, die ze vaak al hebben, om vrachtwagens zeg maximaal 24 uur te laten parkeren. Het uitbreiden van faciliteiten zoals catering en toilet kan bij zulke grote gebouwen kan het probleem niet zijn. Op die manier los je een groot probleem van openbare parkings op en dat is de criminaliteit. In de regio Venlo is daar al sprake van, maar in bijvoorbeeld Zuid Holland en Vlaanderen bestaat er naast de dreiging van ladingdiefstal, ook de dreiging van inklimmers. Logistieke dienstverleners kopen grote arealen grond met dito rangeerterreinen en opstelterreinen. Daarvan kan met geringe aanpassing de chauffeur een veilige plek geboden worden, waarbij in het gebouw, dat verder voor hem afgesloten blijft, op diner- en toiletruimtes na betreden kan worden. Overlast voorbij, gemeenten een probleem minder en de logistieke dienstverlener, die in deze coronatijden nog meer winst maakt dan anders, draagt een constructief en sociaal steentje bij aan het verhaal, waarvan hij zelf de aanstichter is.

Tim de Jong